Sunday, May 20, 2007

De Torteltuin

Een stukje jeugdsentiment, van toen zoonlief nog klein was. Ik kreeg het boek Pluk van de Petteflet , van Annie M.G. Schmidt, cadeau toen ik mijn vorige academie verliet omdat ik in verwachting was. J. heeft ervan gesmuld tijdens onze voorleessessies.

Op Katendrecht heb ik ook even mogen ronddwalen in zo'n soort tuin, al spelen er hier sinds de verwildering juist geen kinderen meer.



“Wat is de Torteltuin ?” vroeg Zaza.“Dat weet je toch wel,” zei Pluk.“Achter in het park is een heel stuk bos. Echt wild woest bos. Het is vroeger een tuin geweest, een hele grote tuin met hoge bomen. Maar die tuin is verwilderd; de struiken groeien er maar raak en de vijver is een kikkerpoel geworden. Grote mensen komen er nooit, maar de kinderen uit de Petteflet spelen er dikwijls rovertje. Ik heb er altijd heerlijk gespeeld”.“De Torteltuin wordt opgeruimd” zei mevrouw Helderder opgewekt.“Opgeruimd” ?“Ja, alle bomen worden omgehakt. En alle struiken en alle onkruid en alle planten worden weggehaald. En er komen tegels te liggen. Het wordt een Tegelpleintje. Met een keurig bloemperk in het midden.”Pluk schrok. De Torteltuin zou verdwijnen... Met al die prachtige bomen.“De Parkmeester zorgt ervoor dat die hele vieze troep wordt opgeruimd. Dat hele rommelige bos verdwijnt. Ga maar eens kijken.”Treurig liep Pluk het park in. Achter de grote eikenboom begon een kronkelig paadje, dat bijna helemaal was dichtgegroeid met hoog gras en onkruid en takken. Als je dat pad volgde kwam je in de Torteltuin
“Daar groeiden varens en mos. Er waren krekels en bijen; er zongen vogeltjes boven hem in de takken. Het was hier zo rustig.Weet je wat”, dacht Pluk, “ik zal naar de Parkmeester gaan. En ik zal hem vragen of hij de Torteltuin met rust wil laten”.En zo kwam het dat Pluk tien minuten later binnenstapte in het kantoortje van de Parkmeester. De Parkmeester was bezig met inkt een groot ‘plan’ te tekenen. Het was het ‘plan’ van de Torteltuin. Hij tekende precies hoe het er uit zou komen te zien. .“Kijk....,” zei hij, “het wordt schitterend. Hier is een vieze waterplas, die wordt volgegoten met beton. En daaromheen komen allemaal tegels. Al die bomen worden omgehakt en het wordt een heel groot tegelplein. Hier...,” en hij wees met zijn duim, “hier komt een parkeerterreintje, ook van tegels. En hier komt een grindpad. En daar komen twee stenen banken om op te zitten. En hier -zie je dat kringetje ? Hier komt een bloemperkje met een ijzeren hekje er om heen.”“Wat afschuwelijk !” riep Pluk. “Dat die mooie bomen verdwijnen. En al dat groen. Het is zo heerlijk en zo rustig.”“O, maar het blijft er rustig,” zei de Parkmeester. “Er komen grote borden te hangen met STILTE ALSTUBLIEFT . En iedereen kan op de stenen banken gaan zitten slapen, als ie wil. En één keer per jaar, op tweede paasdag, mogen alle kinderen rolschaatsen op de tegels. Is dat niet geweldig ? Nou, wat zeg je ervan ?”


Met dank aan de Berlage Stichting, die het verhaal weer terugbracht in mijn herinnering!

1 comment:

Anonymous said...

leuk dat stukje jeugdsentiment... wa een foto toch kan doen!
en vooral groen ;o)