Er is zoveel waarover ik nog niet geschreven heb, het Symposium Spectacular City bijvoorbeeld en de gelijknamige tentoonstelling in het NAI ,waar ik in september al geweest ben.
Ik lijk voortdurend achter dingen aan te lopen. Voel constant die tijdsdruk, zeker als het om de beroepspraktijk gaat waar we van de week een mailtje van Karin over kregen. Natuurlijk, ik weet dat ik erachteraan moet, heb ook al wat contacten proberen te leggen, maar die zijn tot nu toe op niets uitgelopen. De beeldredactie van de Volkskrant kan geen stagiares gebruiken hoorde ik van Theo van Oudenaerd, met MeRy (Melanie Rijkers)heb ik een gesprek gehad, maar zoals zij zelf zei, ze werkt te onregelmatig om iets af te kunnen spreken. Marrie Bot heb ik twee weken geleden gemaild, maar van haar heb ik nog geen antwoord gekregen. Ik vraag me ook steeds af of ik het wel ga redden, met deze belasting er nog bij. Ik heb één volle vrije dag, naast de zondag en moet op deze dagen ook aan mijn opdrachten werken. Ik kan ook niet alles in de zondag proppen, want dan zijn er ook nog de sociale verplichtingen (niet alleen maar verplichtingen hoor, dan doe ik mensen tekort).
Het was goed om afgelopen week een paar vrije dagen te hebben genomen, even wat afstand nemen van de rompslomp om me heen. We zijn met zijn tweetjes een aantal dagen naar het hoge noorden geweest, naar Groningen, Friesland en (want daar stonden we op een camping) Drente. Ik wilde nog steeds een keer naar het Noorderlicht en op deze manier konden we ook nog naar het Groninger Museum, waar manlief en ik nog nooit geweest waren. Toch een beetje werk dus, vooral voor de voeten, maar we hebben er beide van genoten. Erg veel foto’s gezien, niet gedacht dat ik nog een keer verzadigd zou raken, maar dat gebeurde toch wel dit keer. In elk geval op de dag dat we in Leeuwarden waren geweest. Boeiende fotografie, vooral die van de Aziatische fotografen in dit geval, omdat zij ons een kijkje in eigen keuken tonen.
En laat ik nou toevallig nog een foto in groot formaat van Ellen Kooi tegenkomen, de ijsdame, terwijl zij net op de mailinglist van de webgrrls een beschrijving heeft gegeven van haar werkwijze. Een bijzondere verrassing!
Het satellietprogramma kwam er helaas niet meer van. In Groningen een tweetal tentoonstellingen (multimedia en foto's) van de Brailiaanse kunstenaar Miquel Rio Branco gezien. Indrukwekkend en fascinerend.
In het magazine van het Groninger Museum lees ik de volgende regels: “Hij reed langs donkere aardappelvelden met afvalresten, klei en modder. Het was mistig. Het landschap straalde iets archaïsch uit, iets van alle tijden. Hij was meteen geïnspireerd. Als hij in Nederland woonde, zou hij daarmee aan de gang gaan: het klimaat en de grond. De horizon uitgraven, zoals hij ergens schrijft.”
Sunday, October 29, 2006
Scriptiebank
Vanuit mijn huidig vakgebied kreeg ik een tijdje terug een uitnodiging voor de Online Conferentie Nederland waar ik overigens helaas niet naar toe ga, want het valt niet altijd mee om mijn baan in de bibliotheekwereld te combineren met een intensieve studie fotografie. De eerlijkheid gebiedt me ook om te zeggen dat mijn aandacht tegenwoordig buiten de reguliere werkdagen om, een stuk minder op bibliotheekzaken gericht is.
Waarom ik er hier dan over begin? Tijdens de OCN 2006 wordt op 8 november de HBO Kennisbank gelanceerd, oftewel een digitale "schatkamer", zoals het in het blad Informatie Professional werd genoemd, met scripties van studenten. Volgens projectleider Desirée van den Bergh kan deze kennisbank voor studenten een belangrijke meerwaarde bieden door de koppeling van een scriptie met het portfolio, cv en dergelijke.
Een interssante ontwikkeling, lijkt me.
Waarom ik er hier dan over begin? Tijdens de OCN 2006 wordt op 8 november de HBO Kennisbank gelanceerd, oftewel een digitale "schatkamer", zoals het in het blad Informatie Professional werd genoemd, met scripties van studenten. Volgens projectleider Desirée van den Bergh kan deze kennisbank voor studenten een belangrijke meerwaarde bieden door de koppeling van een scriptie met het portfolio, cv en dergelijke.
Een interssante ontwikkeling, lijkt me.
Friday, October 27, 2006
Terug in de Dom
Vrijdag wilde ik weer aan 't werk met mijn communiefoto in de Dom. Ik hoorde van de huismeester dat daar 's middags een bijeenkomst van Vitalis was, dus ik moest snel zijn. Lodewijk was tafels en stoelen aan het sjouwen, maar was zo vriendelijk om mij binnen te laten en gewoon mijn gang te laten gaan. Er brandde nu wat lampen en dat gaf wel een ander effect in de kapel. Gelukkig vond Lodewijk het geen punt om even in het donker te werken en mocht het licht uit. Ik heb verschillende dingen geprobeerd met de poster, maar bovenstaande foto vond ik wel "geestig" en passend bij mijn speurtocht naar het verleden. Het viel overigens niet mee om de poster stil te houden, met de langere belichtingstijden en er was bovendien een tochtstroom. Op een gegeven moment hing ik de rol waarop ik hem geplakt had maar op de verwarming, tijdens het belichten, wat dit vervreemdende effect geeft.
Uitwerking van de opdracht (3)
Wat blijk ik te fotograferen en waarom?
Het wat is minder moeilijk dan het waarom. Omdat het niet anders kon ben ik begonnen met het fotograferen van de buitenkant van het gebouw. Daar werd ik echter niet bijzonder door geïnspireerd, hoewel ik erg nieuwsgierig was en blij dat ik zo dichtbij mocht komen. Ik heb er best veel foto’s van gemaakt, met in mijn achterhoofd ook de gedachte dat er wel eens vraag naar zou kunnen zijn. Ik was me ook voortdurend aan het afvragen waar ik nou precies gelegen had en wat ik had gezien als ik naar buiten keek. Mijn aandacht werd sterk getrokken naar de binnenkant van dit complex en dat laat ik ook zien d.m.v. mijn door de ramen gefotografeerde beelden, die een dubbele en soms driedubbele gelaagdheid bezitten. De parkachtige omgeving van dit voormalig sanatorium en medisch centrum speelt daarin ook een grote rol.
Eenmaal binnen blijk ik meer dan ooit gefascineerd door het licht, dat zich een weg baant door de vele ramen en een geheel eigen wereld lijkt te scheppen. Ik fotografeer de verlaten kamers en zaaltjes en probeer die wereld (op een poëtische manier) vast te leggen, zoals nu zal het immers nooit meer zijn. Tegelijkertijd ben ik op zoek naar mezelf en probeer ik iets van een verloren verleden terug te halen. Waar heb ik gelegen, hoe zou dat geweest zijn? Er staat me iets bij van enorme deuren. Voor dit project blijk ik ook heel wat door ramen te hebben gefotografeerd, van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. Natuurlijk is er intern heel wat veranderd in die bijna vijftig (!)jaar dat ik er al weg ben. Ik krijg mijn geheugen ook niet plotseling terug, zoals ik misschien stiekem heb gehoopt.
Misschien is het nationaal familiearchief dat dit najaar van start zal gaan, wel iets voor mij. Maar nee, dan lijkt Het geheugen van Nederland me wat gedegener en professioneler, opgezet door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en gecoördineerd door de KB.
Het wat is minder moeilijk dan het waarom. Omdat het niet anders kon ben ik begonnen met het fotograferen van de buitenkant van het gebouw. Daar werd ik echter niet bijzonder door geïnspireerd, hoewel ik erg nieuwsgierig was en blij dat ik zo dichtbij mocht komen. Ik heb er best veel foto’s van gemaakt, met in mijn achterhoofd ook de gedachte dat er wel eens vraag naar zou kunnen zijn. Ik was me ook voortdurend aan het afvragen waar ik nou precies gelegen had en wat ik had gezien als ik naar buiten keek. Mijn aandacht werd sterk getrokken naar de binnenkant van dit complex en dat laat ik ook zien d.m.v. mijn door de ramen gefotografeerde beelden, die een dubbele en soms driedubbele gelaagdheid bezitten. De parkachtige omgeving van dit voormalig sanatorium en medisch centrum speelt daarin ook een grote rol.
Eenmaal binnen blijk ik meer dan ooit gefascineerd door het licht, dat zich een weg baant door de vele ramen en een geheel eigen wereld lijkt te scheppen. Ik fotografeer de verlaten kamers en zaaltjes en probeer die wereld (op een poëtische manier) vast te leggen, zoals nu zal het immers nooit meer zijn. Tegelijkertijd ben ik op zoek naar mezelf en probeer ik iets van een verloren verleden terug te halen. Waar heb ik gelegen, hoe zou dat geweest zijn? Er staat me iets bij van enorme deuren. Voor dit project blijk ik ook heel wat door ramen te hebben gefotografeerd, van buiten naar binnen en van binnen naar buiten. Natuurlijk is er intern heel wat veranderd in die bijna vijftig (!)jaar dat ik er al weg ben. Ik krijg mijn geheugen ook niet plotseling terug, zoals ik misschien stiekem heb gehoopt.
Misschien is het nationaal familiearchief dat dit najaar van start zal gaan, wel iets voor mij. Maar nee, dan lijkt Het geheugen van Nederland me wat gedegener en professioneler, opgezet door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en gecoördineerd door de KB.
Thursday, October 26, 2006
Dom en donker
Inmiddels ben ik een aantal weken en nogal wat foto’s verder. Ik merk dat het steeds opnieuw naar dat gebouw terugkeren me niet verveelt. Integendeel,ik kan er wel blijven fotograferen. Na een week van bezinning en selectie heb ik besloten om nu (13/10) een keer tegen het vallen van de avond daar te zijn. Beetje pech, want Lodewijk, de huismeester, blijkt net een weekje vakantie te hebben genomen en met hem had ik in principe afgesproken om dit een keer te mogen doen. In eerste instantie ben ik dan ook even van de kaart, omdat zijn mobieltje op de voice-mail een andere naam aangeeft. Denk nog even dat ik een verkeerd nummer gebeld heb, maar nee. Dan de directeur maar even geprobeerd, maar die blijkt ook afwezig. Uiteindelijk neem ik contact op met Storm, de beveiligingsfirma.Ik weet niet waar die te vinden is, maar doe op goed geluk via het telefoonboek een poging en jawel, ik krijg de bewuste zaak aan de lijn. Zo hoor ik dus dat er een vervanger is voor Lodewijk en dat ik hem via dat mobieltje gewoon bereiken kan. Een beetje omslachtig allemaal, maar ik krijg na mijn uitleg gelukkig toestemming om te komen.
Eerst begin ik mijn idee m.b.t. de oude communiefoto uit te werken. In de aardedonkere Dom zoek ik eenzelfde raam op als waarvoor ik zesenveertig jaar geleden, samen met mijn broertje, geposeerd heb. De verwarming lijkt welhaast dezelfde als in die tijd. Ik zet mijn statief op, plak de foto met afplakband op de muur en maak verschillende foto’s, waarbij ik met een zaklampje de boel al experimenterend een beetje verlicht. Eigenlijk wil ik de foto het liefst ophangen, maar daar zie ik geen mogelijkheid toe. Hoewel ik het oude fotootje wat vergroot heb, is het nog altijd een klein beeld en raakt wat verloren in de ruimte (zie vorige post). Thuis maar eens kijken hoe dit uitpakt en wat ik anders kan doen.
Het is weer een prachtige herfstdag en even kijk ik verlangend om me heen, maar ik heb meer werk binnen te doen. Met de sleutelbos laat ik mezelf in het hoofdgebouw en daar kom ik de vervangende huismeester tegen, die mijn mobiele nummer vraagt zodat de beveiliging me kan bereiken. Het is inmiddels bijna vijf uur. Ik scharrel rond in de diverse kamers en gangen, tref een achtergelaten kindermutsje aan in het late licht van de zon. Na nog wat verder rondgedwaald te hebben kom ik zelfs een paar kamers met bedden tegen en blijf even mijmeren over de vele kinderen die hier gelegen maar ook rondgelopen hebben. Ik hoor zelfs stemmen in de verte, maar dat zal ik me toch verbeelden? Wie zwerft hier nog meer door dit gebouw?
Het begint al aardig te donkeren en ik voel me niet echt op mijn gemak. Toch wil ik nog even naar boven. Gelukkig brandt hier en daar een enkele lamp, want mijn zaklampje geeft niet bijster veel licht. Ik merk nu wel de beperking van mijn compactcamera, die ik niet handmatig kan scherpstellen. Net als ik mijn analoge Minolta op het statief wil schroeven, gaat mijn mobieltje. De huismeester. Ze zijn al een uur naar me op zoek! Dat waren dus de stemmen in de verte, gaat er door me heen. Oh jee, ik blijk een verkeerd nummer te hebben gegeven. Via mijn echtelief hebben ze me uiteindelijk op kunnen sporen. Ik voel me beschaamd, dat krijg je dus als je eigenlijk niet aan de mobiel wil en alles door een ander laat regelen. Ik gebruik dat ding eigenlijk alleen om naar huis te bellen als de trein weer eens vertraging heeft. Toch maar eens wat aan doen. Weer beneden verontschuldig ik me in alle toonaarden als ik drie mannen op me af zie lopen. Heb je geen foto van ze gemaakt, vraagt Sander later. Nou nee, daar dacht ik op dat moment dus echt niet aan. Jammer!
Eerst begin ik mijn idee m.b.t. de oude communiefoto uit te werken. In de aardedonkere Dom zoek ik eenzelfde raam op als waarvoor ik zesenveertig jaar geleden, samen met mijn broertje, geposeerd heb. De verwarming lijkt welhaast dezelfde als in die tijd. Ik zet mijn statief op, plak de foto met afplakband op de muur en maak verschillende foto’s, waarbij ik met een zaklampje de boel al experimenterend een beetje verlicht. Eigenlijk wil ik de foto het liefst ophangen, maar daar zie ik geen mogelijkheid toe. Hoewel ik het oude fotootje wat vergroot heb, is het nog altijd een klein beeld en raakt wat verloren in de ruimte (zie vorige post). Thuis maar eens kijken hoe dit uitpakt en wat ik anders kan doen.
Het is weer een prachtige herfstdag en even kijk ik verlangend om me heen, maar ik heb meer werk binnen te doen. Met de sleutelbos laat ik mezelf in het hoofdgebouw en daar kom ik de vervangende huismeester tegen, die mijn mobiele nummer vraagt zodat de beveiliging me kan bereiken. Het is inmiddels bijna vijf uur. Ik scharrel rond in de diverse kamers en gangen, tref een achtergelaten kindermutsje aan in het late licht van de zon. Na nog wat verder rondgedwaald te hebben kom ik zelfs een paar kamers met bedden tegen en blijf even mijmeren over de vele kinderen die hier gelegen maar ook rondgelopen hebben. Ik hoor zelfs stemmen in de verte, maar dat zal ik me toch verbeelden? Wie zwerft hier nog meer door dit gebouw?
Het begint al aardig te donkeren en ik voel me niet echt op mijn gemak. Toch wil ik nog even naar boven. Gelukkig brandt hier en daar een enkele lamp, want mijn zaklampje geeft niet bijster veel licht. Ik merk nu wel de beperking van mijn compactcamera, die ik niet handmatig kan scherpstellen. Net als ik mijn analoge Minolta op het statief wil schroeven, gaat mijn mobieltje. De huismeester. Ze zijn al een uur naar me op zoek! Dat waren dus de stemmen in de verte, gaat er door me heen. Oh jee, ik blijk een verkeerd nummer te hebben gegeven. Via mijn echtelief hebben ze me uiteindelijk op kunnen sporen. Ik voel me beschaamd, dat krijg je dus als je eigenlijk niet aan de mobiel wil en alles door een ander laat regelen. Ik gebruik dat ding eigenlijk alleen om naar huis te bellen als de trein weer eens vertraging heeft. Toch maar eens wat aan doen. Weer beneden verontschuldig ik me in alle toonaarden als ik drie mannen op me af zie lopen. Heb je geen foto van ze gemaakt, vraagt Sander later. Nou nee, daar dacht ik op dat moment dus echt niet aan. Jammer!
Wednesday, October 25, 2006
Spot-on
Op deze plek zou de foto aan de muur best wel eens kunnen zijn geschoten, zelfs de verwarming lijkt niet veranderd. Dat is echter niet helemaal te zien op bijgaande foto's. Op de bovenste kun je aan de opgeplakte foto niet goed zien wat erop staat, op de onderste wel, maar daar mis je de context, vandaar dat ik zo mogelijk morgen nog een tweede poging ga wagen, met een groter formaat foto en een andere opstelling.
Uitwerking van de opdracht (2)
Stel jezelf een vraag.
Daar gaan we dan. Wat wil ik toch met de Klokkenberg? Waar gaat het me nu om? Wil ik laten zien hoe het gebouw er tegenwoordig uitziet, hoe die verlaten ruimtes erbij liggen, hoe het licht over de vloer speelt en zachtjes de muren streelt? Wil ik foto’s à la Wijnanda de Roo (ja graag)? Of wil ik mijn emoties proberen vorm te geven en de zoektocht naar mijn kindzijn hier in dit sanatorium verbeelden? Kortom, ik moet weer kiezen…
Na lang denken, dubben en nog eens dubben maak ik mijn keuze: ik laat de verlaten lege ruimtes even voor wat ze zijn en probeer een verhaal te maken van mijn vergeten herinneringen, aan de hand van wat ik heb aangetroffen bij mijn bezoeken aan de Klokkenberg. Ook hier zal het licht ongetwijfeld een grote rol spelen.
Het volgende deel van de opdracht is dan: positioneer jezelf in de rol van een (mogelijke) opdrachtgever, definieer een communicatief doel.
Stel dat de directeur zijn Klokkenberg wil promoten, ik denk niet dat hij dan zit te wachten op mijn verbeeldingen. Aan de andere kant: dit wordt een verpleeghuis en mensen die hier terechtkomen houden zich ook vaak bezig met (jeugd)herinneringen. Ik heb echter een keer gelezen – toen ik onderzoek deed naar Marrie Bot - dat deze mensen geen gelaagdheid meer aankunnen, beelden moeten voor hen duidelijk zijn en dat zijn deze niet echt. Ze zouden denk ik wel geschikt zijn voor de personeelsruimten, om de band aan te halen tussen wat geweest is en wat er komen gaat. Of misschien zou ik er een boekje van moeten maken. Gezien de belangstelling van oud personeelsleden voor de film die er van de Klokkenberg gemaakt is, zou dat ook weleens een optie kunnen zijn. Er rest me niet veel tijd meer tot de beoordeling, dus de vraag is of dat wel gaat lukken.
Daar gaan we dan. Wat wil ik toch met de Klokkenberg? Waar gaat het me nu om? Wil ik laten zien hoe het gebouw er tegenwoordig uitziet, hoe die verlaten ruimtes erbij liggen, hoe het licht over de vloer speelt en zachtjes de muren streelt? Wil ik foto’s à la Wijnanda de Roo (ja graag)? Of wil ik mijn emoties proberen vorm te geven en de zoektocht naar mijn kindzijn hier in dit sanatorium verbeelden? Kortom, ik moet weer kiezen…
Na lang denken, dubben en nog eens dubben maak ik mijn keuze: ik laat de verlaten lege ruimtes even voor wat ze zijn en probeer een verhaal te maken van mijn vergeten herinneringen, aan de hand van wat ik heb aangetroffen bij mijn bezoeken aan de Klokkenberg. Ook hier zal het licht ongetwijfeld een grote rol spelen.
Het volgende deel van de opdracht is dan: positioneer jezelf in de rol van een (mogelijke) opdrachtgever, definieer een communicatief doel.
Stel dat de directeur zijn Klokkenberg wil promoten, ik denk niet dat hij dan zit te wachten op mijn verbeeldingen. Aan de andere kant: dit wordt een verpleeghuis en mensen die hier terechtkomen houden zich ook vaak bezig met (jeugd)herinneringen. Ik heb echter een keer gelezen – toen ik onderzoek deed naar Marrie Bot - dat deze mensen geen gelaagdheid meer aankunnen, beelden moeten voor hen duidelijk zijn en dat zijn deze niet echt. Ze zouden denk ik wel geschikt zijn voor de personeelsruimten, om de band aan te halen tussen wat geweest is en wat er komen gaat. Of misschien zou ik er een boekje van moeten maken. Gezien de belangstelling van oud personeelsleden voor de film die er van de Klokkenberg gemaakt is, zou dat ook weleens een optie kunnen zijn. Er rest me niet veel tijd meer tot de beoordeling, dus de vraag is of dat wel gaat lukken.
Sunday, October 08, 2006
Reflectie
Het moment is aangebroken om eens te reflecteren op de tijdens mijn bezoeken aan de Klokkenberg gemaakte foto’s. Vrijdag had ik al besloten om deze week niet te gaan fotograferen, omdat ik al zo veel beelden heb “verzameld” dat het raadzaam is om deze eerst eens wat beter te bekijken en te selecteren. Daar kwam ook nog een ander, praktisch aspect, bij om de hoek kijken, want tal van huishoudelijke beslommeringen blijven al een tijdje liggen. Manlief doet veel maar heeft het razend druk op zijn werk, zodat hij ook op deze vrije zondag naar kantoor is vertrokken. Vanwege het glutenvrije dieet van zoon en mij dient er het nodige aan brood en ander lekkers gebakken te worden, een tijdrovend aspect dus m.b.t. de maaltijden in ons gezin.
Anyway, gisteren kwam ook tijdens de bespreking met Bas aan de orde dat er een grote beeldenvloed was, maar weinig tot geen selectie. Welke richting ga ik nu uit? Kies ik voor de leegte van de in ongebruik geraakte ruimtes of laat ik mijn herinneringen onderwerp zijn van mijn opdracht? Wat opviel nu was mijn voorliefde voor lichtval (dat zei Sander vorige week ook al) en dat ik toch ook wel registreerde bij sommige opnamen. Dat klopt denk ik wel, ik ben namelijk erg hebberig te werk gegaan die keren dat ik binnen ben geweest, in mijn haast om maar zoveel mogelijk te zien en vast te leggen.
De eerste keer had ik maar twee uurtjes de tijd en was het al een hele ervaring om in dat gebouw te mogen rondlopen. Waar moest ik beginnen, het was er zo groot. Ik wilde liefst alle deuren binnengaan om te zien wat zich daarachter bevond, bang om wat te missen. Ook hoopte ik dat, als ik eenmaal binnen was, zich misschien toch wat meer van vroeger aan mij zou openbaren. Waarschijnlijk heb ik me daar dan niet genoeg rust voor gegund, of zou ik er alsnog voor onder hypnose moeten, want de hele periode bleef een blinde vlek. Dat is trouwens eveneens het geval met de jaren daarvoor, want ook daar kan ik me niets van herinneren, dus er is kennelijk toch meer aan de hand. Het gekke is dat ik me dat altijd wel heb gerealiseerd, maar dat ik er de laatste jaren steeds geobsedeerder door ben geworden.
De tweede keer dat ik de gelegenheid had om het gebouw van binnen te fotograferen had ik heel wat meer tijd, maar was ik zo mogelijk nog hebberiger. Eerst wilde ik opnamen overmaken die de vorige keer eigenlijk niet helemaal naar mijn zin waren, zoals de wespen op de vensterbank.
Ik had een sleutel gekregen en kon nu ook deuren openen die voorheen gesloten bleven, waaronder die van de stilteruimte (gebedsruimte), die Lodewijk, de huismeester, me liet zien. Ik kon nu ook iets langer naar de tweede verdieping, waar de voormalige operatiekamers en de röntgenafdeling zich bevonden.
Omdat mijn Minolta 7D inmiddels opgestuurd is naar de reparatieafdeling van Sony in Badhoevedorp, moest ik me “behelpen” met de HP850, een op zich wel fijne compactcamera, en de Minolta 9000, de analoge camera die ik van mijn vader heb geleend. Net als de vorige keer heb ik goed gebruik gemaakt van mijn statief. Niet eerder heb ik daar zoveel mee gewerkt als deze periode. Ik heb er eigenlijk een hekel aan, omdat het me beperkt in mijn bewegingen tijdens het fotograferen, maar ook omdat het een extra gesjouw is gedurende mijn reis met bus, trein en bus of taxi naar de Galderseweg. Taxi? Omdat de bus niet zo frequent rijdt, heb ik al een paar keer een taxi moeten nemen om op het terrein van de Klokkenberg te geraken. Gelukkig rijdt er in Breda een Treintaxi.
Het was een prachtige nazomerdag, zodat er een mooie lichtval was in het gebouw, waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. Op het eind van de middag nam ik even een kijkje in de kapel, maar daar was alles leeggehaald en heel donker vanwege luxaflex voor de meeste ramen. Door één van de onbedekte en smoezelige raampjes had ik uitzicht op een sprookjesachtig tafereel.
Na een uurtje of zes daar te hebben doorgebracht, werd het tijd om naar huis te gaan, sleutels ingeleverd
en de taxi besteld, die een uur later kwam. Mijn voeten even rust gegund en een praatje gemaakt met een van de bewakers van het terrein, die met zijn hond de ronde deed.
Anyway, gisteren kwam ook tijdens de bespreking met Bas aan de orde dat er een grote beeldenvloed was, maar weinig tot geen selectie. Welke richting ga ik nu uit? Kies ik voor de leegte van de in ongebruik geraakte ruimtes of laat ik mijn herinneringen onderwerp zijn van mijn opdracht? Wat opviel nu was mijn voorliefde voor lichtval (dat zei Sander vorige week ook al) en dat ik toch ook wel registreerde bij sommige opnamen. Dat klopt denk ik wel, ik ben namelijk erg hebberig te werk gegaan die keren dat ik binnen ben geweest, in mijn haast om maar zoveel mogelijk te zien en vast te leggen.
De eerste keer had ik maar twee uurtjes de tijd en was het al een hele ervaring om in dat gebouw te mogen rondlopen. Waar moest ik beginnen, het was er zo groot. Ik wilde liefst alle deuren binnengaan om te zien wat zich daarachter bevond, bang om wat te missen. Ook hoopte ik dat, als ik eenmaal binnen was, zich misschien toch wat meer van vroeger aan mij zou openbaren. Waarschijnlijk heb ik me daar dan niet genoeg rust voor gegund, of zou ik er alsnog voor onder hypnose moeten, want de hele periode bleef een blinde vlek. Dat is trouwens eveneens het geval met de jaren daarvoor, want ook daar kan ik me niets van herinneren, dus er is kennelijk toch meer aan de hand. Het gekke is dat ik me dat altijd wel heb gerealiseerd, maar dat ik er de laatste jaren steeds geobsedeerder door ben geworden.
De tweede keer dat ik de gelegenheid had om het gebouw van binnen te fotograferen had ik heel wat meer tijd, maar was ik zo mogelijk nog hebberiger. Eerst wilde ik opnamen overmaken die de vorige keer eigenlijk niet helemaal naar mijn zin waren, zoals de wespen op de vensterbank.
Ik had een sleutel gekregen en kon nu ook deuren openen die voorheen gesloten bleven, waaronder die van de stilteruimte (gebedsruimte), die Lodewijk, de huismeester, me liet zien. Ik kon nu ook iets langer naar de tweede verdieping, waar de voormalige operatiekamers en de röntgenafdeling zich bevonden.
Omdat mijn Minolta 7D inmiddels opgestuurd is naar de reparatieafdeling van Sony in Badhoevedorp, moest ik me “behelpen” met de HP850, een op zich wel fijne compactcamera, en de Minolta 9000, de analoge camera die ik van mijn vader heb geleend. Net als de vorige keer heb ik goed gebruik gemaakt van mijn statief. Niet eerder heb ik daar zoveel mee gewerkt als deze periode. Ik heb er eigenlijk een hekel aan, omdat het me beperkt in mijn bewegingen tijdens het fotograferen, maar ook omdat het een extra gesjouw is gedurende mijn reis met bus, trein en bus of taxi naar de Galderseweg. Taxi? Omdat de bus niet zo frequent rijdt, heb ik al een paar keer een taxi moeten nemen om op het terrein van de Klokkenberg te geraken. Gelukkig rijdt er in Breda een Treintaxi.
Het was een prachtige nazomerdag, zodat er een mooie lichtval was in het gebouw, waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. Op het eind van de middag nam ik even een kijkje in de kapel, maar daar was alles leeggehaald en heel donker vanwege luxaflex voor de meeste ramen. Door één van de onbedekte en smoezelige raampjes had ik uitzicht op een sprookjesachtig tafereel.
Na een uurtje of zes daar te hebben doorgebracht, werd het tijd om naar huis te gaan, sleutels ingeleverd
en de taxi besteld, die een uur later kwam. Mijn voeten even rust gegund en een praatje gemaakt met een van de bewakers van het terrein, die met zijn hond de ronde deed.
Thursday, October 05, 2006
Cultuurhistorische Waardenkaart
Op de site geodan lees ik dat de provincie Noord-Brabant op een gegeven moment vond dat er meer aandacht moest komen voor het behoud, inpassing, gebruik en beheer van cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke elementen en patronen. Van landschappen, infrastructuren en dorpsgezichten tot verdedigingslinies. Een belangrijk hulpmiddel daarvoor is de Cultuurhistorische Waardenkaart, die van geheel Noord-Brabant is gemaakt.
Wat is een Cultuurhistorische Waardenkaart nu eigenlijk?
De cultuurhistorische waardenkaart probeert antwoord te geven op vragen m.b.t. cultureel erfgoed, zoals waar bepaald cultureel erfgoed nu eigenlijk uit bestaat, waar het ligt, of alles even waardevol is en hoe je er mee omgaat.
Over de Klokkenberg tref ik het volgende aan:
RB-HS-24#Gemeente: Breda#onderdeel: terrein met gezondheidszorgfunctie, De Klokkenberg#cat.1#karakteristiek: grootschalig en symmetrisch aan de westelijke rand van het beekdal van de Mark opgezet voormalig sanatorium voor T.B.C.-patiënten De Klokkenberg. Gebouwd in 1948-1953 naar ontwerp van C.H. de Bever en C.M. van Moorsel. Hoofdgebouw met flankerende, van scherpe spitsen voorziene torens, met aan weerszijden langerekte drielaags vleugels, bestaande uit dubbele paviljoens met aan de zuidoostelijke zijde reeksen serres (‘open-lucht bedhallen’ en ‘ligstoelhallen’) voor de zieken. Achter het hoofdgebouw een dubbele ommuurde hof met achterliggende voormalige kruiskapel met massale vieringstoren. Ten weerszijden van de tweede hof de voormalige zusterhuizen, één voor de religieuzen en één voor de lekenzusters. Hier waren tevens de centrale keuken, magazijnen en economische diensten. Aan de noordoostelijke zijde, op enige afstand van het sanatorium, een vrijstaand ketelhuis met forse schoorsteen. Aan deze zijde van het complex enkele oude meanders van de Mark, met relicten van broekbosjes en moeras. Aan de zuidelijke zijde uitgestrekte open weidegronden, behorende bij de boerderij Schoondonk (a1, a3, b3, e1).
Bij mijn onderzoek naar de architecten C.H. de Bever en C.M. van Moorsel kwam ik erachter dat zij de stijl volgden van prof. Granpré Molière, representant van de Delftse School, welke een voorliefde had voor gesloten bakstenen muren die de ruimte begrensden.
Belangrijke thema's in de architectuur van Molière zijn de entree, de hof, de gemetselde muur en de afgewende beweging, samen te vatten in zijn centrale thema van openheid en geslotenheid in architectuur; "beslotenheid in openheid" (Het huis in de 20e eeuw, p30. Be- of geslotenheid is hierin geen 'dicht zijn'. Molière ligt dit toe door het voorbeeld van het 'oog' te geven dat "een volkomen gesloten bol is en toch meer open dan welk ding dan ook. De hele wereld keert er in terug." (Het huis in de 20e eeuw, p.30-31.
Hoe mooi om nu verwoord te zien wat me was opgevallen.
Ook is het heel bijzonder om te horen dat de noodzakelijke verbouwing voor het zorg-en behandelcentrum Elisabeth in de handen ligt van de kleinzoon van de toenmalige architect, C.H. de Bever. Het blijft dus in de familie!
Wat is een Cultuurhistorische Waardenkaart nu eigenlijk?
De cultuurhistorische waardenkaart probeert antwoord te geven op vragen m.b.t. cultureel erfgoed, zoals waar bepaald cultureel erfgoed nu eigenlijk uit bestaat, waar het ligt, of alles even waardevol is en hoe je er mee omgaat.
Over de Klokkenberg tref ik het volgende aan:
RB-HS-24#Gemeente: Breda#onderdeel: terrein met gezondheidszorgfunctie, De Klokkenberg#cat.1#karakteristiek: grootschalig en symmetrisch aan de westelijke rand van het beekdal van de Mark opgezet voormalig sanatorium voor T.B.C.-patiënten De Klokkenberg. Gebouwd in 1948-1953 naar ontwerp van C.H. de Bever en C.M. van Moorsel. Hoofdgebouw met flankerende, van scherpe spitsen voorziene torens, met aan weerszijden langerekte drielaags vleugels, bestaande uit dubbele paviljoens met aan de zuidoostelijke zijde reeksen serres (‘open-lucht bedhallen’ en ‘ligstoelhallen’) voor de zieken. Achter het hoofdgebouw een dubbele ommuurde hof met achterliggende voormalige kruiskapel met massale vieringstoren. Ten weerszijden van de tweede hof de voormalige zusterhuizen, één voor de religieuzen en één voor de lekenzusters. Hier waren tevens de centrale keuken, magazijnen en economische diensten. Aan de noordoostelijke zijde, op enige afstand van het sanatorium, een vrijstaand ketelhuis met forse schoorsteen. Aan deze zijde van het complex enkele oude meanders van de Mark, met relicten van broekbosjes en moeras. Aan de zuidelijke zijde uitgestrekte open weidegronden, behorende bij de boerderij Schoondonk (a1, a3, b3, e1).
Bij mijn onderzoek naar de architecten C.H. de Bever en C.M. van Moorsel kwam ik erachter dat zij de stijl volgden van prof. Granpré Molière, representant van de Delftse School, welke een voorliefde had voor gesloten bakstenen muren die de ruimte begrensden.
Belangrijke thema's in de architectuur van Molière zijn de entree, de hof, de gemetselde muur en de afgewende beweging, samen te vatten in zijn centrale thema van openheid en geslotenheid in architectuur; "beslotenheid in openheid" (Het huis in de 20e eeuw, p30. Be- of geslotenheid is hierin geen 'dicht zijn'. Molière ligt dit toe door het voorbeeld van het 'oog' te geven dat "een volkomen gesloten bol is en toch meer open dan welk ding dan ook. De hele wereld keert er in terug." (Het huis in de 20e eeuw, p.30-31.
Hoe mooi om nu verwoord te zien wat me was opgevallen.
Ook is het heel bijzonder om te horen dat de noodzakelijke verbouwing voor het zorg-en behandelcentrum Elisabeth in de handen ligt van de kleinzoon van de toenmalige architect, C.H. de Bever. Het blijft dus in de familie!
Foto's van de Klokkenberg (3)
Communie op de Klokkenberg
27-10-1960
Lieve Ria klein,
laat je hartje altijd zo
prachtig zijn.
Mevr. Smits
En hier is het allemaal mee begonnen.
Ik ben deze foto - één van de weinige die ik nog uit mijn verblijf in de Klokkenberg heb - helaas kwijtgeraakt. Gelukkig bleek mijn vader nog een paar foto's op dvd te hebben gezet. Van mijn communie is nog wel een kaartje met een mooi kruisje bewaard gebleven, waarop bovenstaande regels geschreven zijn. Ik ben allang niet meer "kerks" maar dit koester ik toch. Mevrouw Smits was mijn onderwijzeres in die tijd, zo lees ik op één van de rapporten die er dank zij mijn ouders ook nog zijn.
Lieve Ria klein,
laat je hartje altijd zo
prachtig zijn.
Mevr. Smits
En hier is het allemaal mee begonnen.
Ik ben deze foto - één van de weinige die ik nog uit mijn verblijf in de Klokkenberg heb - helaas kwijtgeraakt. Gelukkig bleek mijn vader nog een paar foto's op dvd te hebben gezet. Van mijn communie is nog wel een kaartje met een mooi kruisje bewaard gebleven, waarop bovenstaande regels geschreven zijn. Ik ben allang niet meer "kerks" maar dit koester ik toch. Mevrouw Smits was mijn onderwijzeres in die tijd, zo lees ik op één van de rapporten die er dank zij mijn ouders ook nog zijn.
Sunday, October 01, 2006
Chronisch tijdgebrek
Chronisch tijdgebrek en chronisch moe, vanwege het lopen met een zere voet, maar van de week MOET ik van mezelf hier weer iets publiceren. Het fotograferen en alles eromheen slokt mijn (vrije) tijd - tijd waarin ik me niet op mijn werk als schoolmediathecaris hoef te melden - op 't moment voor een groot deel op. Dat komt waarschijnlijk mede omdat ik zo aan dit onderwerp verknocht ben en het me ook emotioneel raakt. Ik voel wel dat ik op de goede weg zit en ik loop dan ook met een soortement euforisch gevoel rond in en om de Klokkenberg, met mijn camera. Helaas werd die stemming deze week een beetje teniet gedaan doordat mijn net één jaar en een maand oude Minolta D7 de geest gaf. Volgens de Technische Dienst van Sony, die Konica Minolta heeft overgenomen, zou het inderdaad weleens aan de CCD kunnen liggen, dat het apparaat het niet meer doet. Minstens twee maanden wachttijd op reparatie mevrouw!
Subscribe to:
Posts (Atom)